hoe word ik een monnik in thailand?

Thailand is een boeddhistisch land en op deze website probeer ik, o.a. om mijn ervaringen te delen omtrent wat ik gezien heb. Als niet Thai is het niet zo makkelijk om te begrijpen wat en waarom iets gebeurd, we zijn snel geneigd om ons eigen denkbeeld te projecteren. Daarom is het zaak om stap voor stap te leren wat de achtergronden zijn. Je kunt moeilijk in Thailand leven zonder, bijna dagelijks, met het boeddhisme geconfronteerd te worden. Ook ik bouw steeds meer ervaring op echter ben inhoudelijk een leek. Er is één, korte en inhoudelijk correcte, stelling van de boeddha die ik nooit meer zal vergeten.

You can only be happy, when you accept what you have.” Een korte stelling welke de spijker op de kop slaat. Toch even bij stilstaan en goed laten inwerken.

Een paar jaar geleden werd ik uitgenodigd om de installatieceremonie van een paar jonge monniken mee te maken. Het is gebruikelijk dat alle boeddhistische mannen één keer in hun leven monnik worden. Ook de koning heeft dit gedaan. Sommige mannen blijven hun hele leven monnik, andere voor een korte periode. Er zijn ca. 200.000 monniken en dat kan in (onze zomerperiode) oplopen tot ca 300.000. Het leven van een (echte) monnik is niet eenvoudig. Boeddhistische monniken en nonnen die net in het klooster zitten volgen eerst een tijdje tien regels:  Later volgen boeddhistische monniken en nonnen de 227 regels van de Vinaya, ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Vinaya) die door Boeddha zelf zijn opgetekend. Een monnik besteedt zijn tijd aan mediteren, studeren,  verschillende ceremonies en zorgt niet zelf voor zijn onderhoud. ’s Morgens vroeg gaan ze op pad (vaak blote voeten) om eten te vergaren. Een monnik bedankt daar niet voor, de gever dankt dat hij de gelegenheid heeft gekregen om te geven. (Ik vind dit een boeiend om te zien). Er zijn ook vrouwelijke monniken met witte kleren, zij leven ook in sommige wat’s, gescheiden van de mannelijke monniken en hebben hun eigen taak.

Monniken dragen oranje gewaden, het is bij wet verboden om deze kleren te dragen indien je geen monnik bent. Ook hier spreekt weer het respect voor de monnik. Er zijn ook monniken die bruine/rode gewaden dragen en ik heb gelezen dat deze strenger in de leer zouden zijn. Een monnik mag geen vrouw aanraken, in bussen zijn speciale plaatsen voor monniken en een vrouw mag niet naast een monnik gaan zitten. Ze zijn strikt vegetarisch, roken en drinken niet, geen seks, lopen op blote voeten, mogen alleen voor 12.00 hrs AM eten. Je ziet de overeenkomst met de katholieke kloosters, geen of weinig materie, ontwikkeling van je spirituele leven door meditatie en bidden en dienstbaarheid.  Helaas zijn er ook slechte monniken dit is inherent aan de zwakheid van de mens. Het blijkt weer hoe verleidelijk vrouwen (kunnen) zijn indien je door de regels leest. Gelukkig lopen ze in Thailand niet in een Boerka, maar luchtig en zomers gekleed. De gesluierde moslimvrouwen vallen meer op.

De betreffende ceremonie was in een klein dorp (gehucht) ergens in het agrarische gebied waar veel rijst en rietsuiker wordt verbouwd en geoogst. Als leek zijnde lijkt het meer op een circus, met veel toestanden, muziek en een rondgang door het dorp. Er zit een verklaring achter dit gebeuren.

Bij het bezoeken van een wat zal je vaak een grote (stenen) soort slang (naka) zien op de trap welke naar de wat leidt.

De slang wilde monnik worden en transformeerde zich tot een man, hij kon echter geen monnik worden. De kandidaat monnik moet verklaren of hij een echt mens is en daarom draagt hij de ceremoniële kleren, (zie de foto’s) heb ik me laten uitleggen. Nu begrijp ik ook waarom je zoveel slangen bij een wat ziet.

The snake (งู) is playing an important part in Buddhist culture. Indeed in old Buddhist legends a snake or “NAGA” (นาค) changed his appearance into a man in order to enter monkhood. Since that time, during the ordination ceremony, the candidate to enter monkhood must answer the question if he is an human being or not.”

Onderstaande foto’s geven een indruk van de ceremonie, eerst de 2 jongen mannen uit het eigen dorp. Later bij een andere grotere wat, in de buurt, waar meerdere jonge mannen monnik worden. Zover ik weet de meeste voor een korte periode. (1 week)